Hitlers wonderwapen V1 werd nooit afgevuurd in Warmond [video]
De Tweede Wereldoorlog heeft in Leiden en omgeving veel sporen nagelaten, als littekens in het landschap. Op andere plekken is in de oorlogsjaren iets bijzonders gebeurd zonder een spoor na te laten. Archeoloog Ruurd Kok gaat voor het Leidsch Dagblad op pad om de verborgen geschiedenis achter deze sporen en plekken te vertellen.
Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.
Het is een zonnige zondagmiddag in het bos bij Huys te Warmont. Op de Droomweide poseert een familie voor een fotograaf. Ze slaan geen acht op de lange rij betonblokken in het gras, waarvan ik foto’s kom maken. Terwijl ik scherp stel op een grote betonplaat, stoppen achter me enkele wandelaars.
- ’Hier stonden in de oorlog tanks’, zegt een oudere dame.
- ’Tanks? Een soort kanonnen?’, vraagt een mannenstem.
- ’Ja, kanonnen, ik zei het verkeerd’, antwoordt de dame.
Ik kan het niet laten en draai me om naar het drietal. Het fundament is inderdaad uit de oorlog, maar niet voor kanonnen.
Verschillende Warmonders die in de buurt van het ’Bos van Krantz’ wonen, krijgen eind februari 1945 te horen dat ze hun huis uit moeten.
Fundering van de nooit afgebouwde V1-lanceerinstallatie in het bos van Huys te Warmont.© Foto Ruurd Kok
De familie Krantz, die op Huys te Warmont woont, moet op 28 februari 1945 om 18.00 uur het landgoed hebben verlaten. In het bos wordt een lanceerinrichting gebouwd voor V1’s, een van de wonderwapens waarmee Hitler dan nog denkt de oorlog te kunnen winnen.
In tegenstelling tot de V2 was de V1 geen raket, maar een onbemand vliegtuigje dat vanaf een speciale lanceerinstallatie recht op z’n doel werd afgeschoten. De eerste vliegende bommen werden in de nacht van 12 op 13 juni 1944 afgevuurd op Londen, een week na de geallieerde invasie in Normandië.
Door het oprukken van de geallieerden moesten de Duitsers hun lanceerlocaties in Frankrijk en België verlaten, waardoor de Britse hoofdstad buiten bereik van de V1’s kwam te liggen.
Begin februari 1945 kon het offensief op Londen worden hervat door het beschikbaar komen van een nieuw type V1 met grotere reikwijdte. Daarvoor moesten langs de Hollandse kust 21 nieuwe lanceerbanen worden gebouwd, onder andere in Warmond.
Die aanleg blijft niet geheim. Een jonge vrouw in Oegstgeest, Trudy Braat-Bertel, noteert op 6 maart 1945 in haar dagboek: ’Nu gaan de Duitsers in het bos van Krantz een V2 projectielen-afschiet-installatie aanbrengen.’ Haar oom en tante en twee nichten moeten verhuizen ’en gaan nu op de meren in woonboten wonen.’
Ze is niet de enige die de V1 en V2 door elkaar haalt. Haar dorpsgenoot Henk de Jong schrijft op 17 maart 1945 aan z’n ouders in Zwolle: ’We hebben erg in angst gezeten over het oplaten van V2’s vanuit Warmond. We zouden er dan lelijk hebben gezeten. Gelukkig is dat plan niet doorgegaan, terwijl de huizen in de buurt van het afschietterrein al ontruimd waren en de betonmolens al gearriveerd. Deze laatste zijn weer weggehaald en de rust is weergekeerd.’
De betonmolens hebben wel gedraaid, maar na de aanleg van de funderingen is de bouw gestaakt. De bijna 50 meter lange schuine rail op poten, waarlangs de V1’s werden weggeschoten, is nooit geplaatst. Vanuit Warmond is geen enkele vliegende bom richting Londen afgevuurd.
Op 29 maart pakken de Duitsers in het ’Bos van Krantz’ hun spullen, net als de andere V1-eenheden langs de kust. Ze vertrekken hals over kop richting Duitsland, voordat hun terugweg wordt afgesneden door de geallieerde opmars in het oosten van het land.
De funderingen verdwenen na de oorlog onder het gras. Geboren Warmonder André van Noort heeft het verhaal uitgezocht en gepubliceerd. Zijn vader nam hem als jongetje al mee het bos in, waardoor hij later moeiteloos de plek vond waar de betonblokken onder het gras verborgen lagen.
Dat was jaren voordat de funderingen weer zichtbaar werden gemaakt. Later las André in het oorlogsdagboek van een tante dat Italiaanse soldaten verantwoordelijk waren voor de aanleg. Hij besluit zijn artikel uit 2010 met de opmerking dat het jammer is dat veel wandelaars niet weten wat deze bijzondere funderingen precies betekenen.
Verantwoording
Met dank aan André van Noort (Warmond). Het oorlogsdagboek van Trudie Braat-Bertel is in 2010 gepubliceerd door de Vereniging Oud Oegstgeest, met als titel ’Een Perzisch kleed voor een kistje aardappels’; de correspondentie van Henk de Jong is gepubliceerd in ’Hier is alles rustig, alleen …’ (De Jong, 1997). Het artikel van André van Noort is in juni 2010 verschenen in De Hekkensluiter.